Beste Denzel, Mijn keuringen waren in 2006 en 2008; De eerste keer werd ik gedeeltelijk arbeidsongeschikt verklaard en werkte daarbij 3 ochtenden i.p.v. 3 hele dagen. Waar het om gaat is niet welke aandoening je hebt, zelfs niet als het er meer zijn. (Ik heb Chronische leukemie en de ziekte van Parkinson). Het gaat erom welke belemmeringen die aandoening je geeft waardoor je niet meer kunt werken. Dat bepaalde bij mij de keuring. Het is ook van belang wat voor werk je doet/hebt. Ik ben kleuterjuf geweest. Met Parkinson is het problematisch op meerdere zaken tegelijk te letten. Met een groep kleuters wordt het dus chaos, ik overzag de boel niet meer. Heb je een baan waar rust om je heen is, aandacht op één zaak gefocust kan worden, dan lijkt het mij dat je langer kunt/moet werken. De eerste keer was ik erg ontdaan na de keuring, omdat er heel erg vanuit een wantrouwen naar me “gekeken” werd. De tweede keer heb ik me anders voorbereid, de website van UWV doorgespit. En al mijn trots even “weggezet”, ik was niet meer trots op alles wat ik nog deed maar richtte me op wat niet meer ging, hoe moe ik was van 3 werkochtenden, enz.. Ik ontdekte dat men naar de werksituatie vraagt, alles wat belemmeringen geeft, hoe lang moe, wat gaat niet , wat gaat mis, enz. enz. Maar ook: wat doe je thuis, bijv. in het huishouden, ook erg doorgezaagd tot in kleinste details. Derde deel: wat doe je in vrije tijd, naast werk en huishouden. Ik moest me vooral op het werk richten, de rest was wat ondergeschikt. Ik weet ook van keuringen waarin mensen met Parkinson niet eens hoefden te komen, de afkeuring werd via de telefoon geregeld. Bereid je voor op een stevige keuring, wees eerlijk in alles wat niet meer gaat, wat veel moeite kost.
Wat mijn concentratie betreft: die verbeterde toen ik niet meer hoefde te werken, ik was niet meer zo ontzettend moe. Maar ik oefen ook veel: ik zit op een leesclub, een gespreksgroep, en ik doe elke dag een beweegactiviteit.
groet, Agnes
|